Montessori onderwijs
Onderwijs gericht op het kind
Bij montessorionderwijs staat het kind centraal. Elk kind is anders. Ieder kind heeft een zekere vrijheid om zelf het werk te kiezen. Dit bevordert de zelfstandigheid. De keuze moet in de juiste verhouding staan. Er zijn duidelijke afspraken wat verplichte onderdelen zijn die opgenomen zijn in de weekplanning. Deze keuze vrijheid samen met de heldere afspraken zorgen voor een rustige werksfeer. De vrijheid die kinderen krijgen is dus ‘vrijheid in verantwoordelijkheid’. De meest geciteerde uitspraak van Maria Montessori is niet voor niets: ‘Leer mij het zelf te doen!’ Elk kind wordt aangemoedigd om het niveau te bereiken dat voor hem of haar haalbaar is. Doordat er nauwkeurig in de gaten wordt gehouden waar de kinderen zijn met hun lesstof, krijgen kinderen die sneller zijn een vergroot aanbod en is er juist extra aandacht voor kinderen die moeite hebben met bepaalde lesstof.
Eigentijds en bewezen effectief
Op het montessorionderwijs wordt eigentijds onderwijs geboden. We volgen de ontwikkeling van kinderen en stimuleren net dat stapje verder te gaan. Dit in een mooi gebouw, met moderne digitale apparatuur en met oog voor alle maatschappelijke ontwikkelingen. Innovatief en toekomstgericht montessorionderwijs betekent dat we kinderen een veilige en rijke omgeving bieden waarin ze leren samenwerken, kritisch denken en problemen oplossen.
Kinderen die montessorionderwijs volgen scoren op cognitieve taken hetzelfde als kinderen in het regulier onderwijs, maar blijken daarnaast een stuk zelfstandiger te zijn en socialer dan kinderen uit het regulier onderwijs. Ze hebben een sterker rechtvaardigheidsgevoel en meer respect voor andere kinderen. Bekende ‘Montessorianen’ die Montessori onderwijs een belangrijke bijdrage aan hun carrière toeschrijven zijn bijvoorbeeld de oprichters van Google, Larry Page en Sergey Brin. Voor een filmpje over het verschil tussen Montessori en regulier onderwijs kun je hier klikken.
Werken met materialen
Niet alleen bij de onderbouw, maar ook bij de middenbouw en bovenbouw wordt gewerkt met concreet materiaal. Op die manier wordt het geleerde concreet gemaakt. Dat hierbij de zintuigen en name de handen een zeer belangrijke rol spelen is inmiddels wetenschappelijk bewezen. Het materiaal werd door Maria Montessori ‘ontwikkelingsmaterialen’ genoemd. Het materiaal heeft een aantrekkelijk uiterlijk, heeft een zelfcontrolerend karakter en maakt een vloeiende overgang van concreet naar abstract niveau. Montessorimateriaal is duurzaam en helemaal van deze tijd. Kinderen werken aan hun tafel of op een kleedje op de grond.
Leren van elkaar
In de Montessori filosofie leren kinderen van elkaar en helpen zij elkaar. Onze klassen zijn daarom samengesteld uit drie groepen. De onderbouw omvat de leerjaren 1-2, de middenbouw de leerjaren 3-4-5 en de bovenbouw de leerjaren 6-7-8. Doordat kinderen van verschillende leeftijden van elkaar leren ontplooien zij zich op sociaal vlak, in werkhouding en creativiteit. Zo lezen bijvoorbeeld de oudere kinderen uit de middenbouw wekelijks met jongere kinderen. Het oudere kind kan zo de leesvaardigheid herhalen en het jongere kind wordt geholpen om het te leren. Het oudere kind vervult een voorbeeldrol; het jongere kind ziet wat het over 1 of 2 jaar zelf kan.